Een deugdenethiek ?

Alles moet vernieuwen, verbeteren,… en het alledaagse en wederkerende staat synoniem voor achteruitgang. Werken in een tuin is een bezigheid van ietwat smoezelige oudere heertjes met een zelf gerolde sigaret in de mondhoek, van dametjes op leeftijd die in een bloemenjurk het bloemenperk aanharken,…Een weinig hippe en eerder saaie bezigheid. Maar is saai zo negatief? Saaiheid en routine verdienen een herwaardering. Ze zorgen voor rust, structuur en voorspelbaarheid… Als je brein niet voortdurend nieuwe impulsen moet verwerken, kan je je beter concentreren, heb je meer energie,…

Tuinieren is een ontdekkingsreis, niet enkel doorheen de gehele wereld via planten, bloemen,… maar ook doorheen ons innerlijke via het aanboren van ongekende deugden als geduld, zorg, verlangen, hoop, troost,… Tuinieren is een verder blijven doen ‘ondanks’, “in spite of everything”.

Oudere tradities vereenzelvigen tuinieren met een goed en deugdzaam leven. Tuinieren is niet zomaar wat rommelen in de marge maar welbepaalde praktijken goed en doordacht uitoefenen. Vanuit tuinieren kunnen volgende deugden worden gecultiveerd:

  • De deugd van het zorg dragen voor een zwak en hulpeloos levend organisme. “In de wereld zijn” is zorg dragen voor de grond onder je voeten, voor jezelf, voor je naasten,…
  • De deugd van het stilstaan. Een tuin is een stilteplaats in een luidruchtige wereld, een plaats waar we even op adem kunnen komen.
  • De deugd van de zelfbeheersing en zich niet op sleeptouw laten nemen door rages.
  • De deugd van de bescheidenheid. Een tuinier legt zich neer bij de grenzen van de natuur en beseft dat we niet alles kunnen managen.
  • De deugd van het geduld, iets zijn tijd geven om te groeien, dit in een tijdperk waar alles sneller lijkt te gaan.
  • De deugd van de traagheid. In een tuin kunnen we de processen niet versnellen.